donderdag 24 november 2011

Logboek Deel 56




Nij-Scheemte tWoar.

Òlwiefkenijs,

Ik was gisteren met de voorstelling in ‘ Nij Scheemte t Woar’ en menig mens zal zich afvragen,waar ligt dat nou weer? Het zijn twee dorpen die bij elkaar liggen in het landsdeel Oldambt (Gron.) tussen Delfzijl en Winschoten. Het zijn Nw.Scheemda en het dorpje t Waar. Het dorp heeft een camping, een uniek kerkorgel van de Duitse orgelbouwer Schnitger, het ‘zwieneparadies’ opvangcentrum voor varkens en een kinderwagenmuseum annex boerderijcamping. Heel veel bootje mensen kennen het ‘Waarschip.’
Het dorp en zijn ‘mìnskes’ wordt fantastisch beschreven in het dorpsboek en ze hebben me daar een dorpsvolkslied! Qua melodie en ook de tekst mag er zijn. Ik promoveer dit lied bij deze als het “Oldambt-Volkslied.” De makers van het officiële Oldambt-lied…ja ja…met subsidie…hadden zich beter even kunnen oriënteren in de regio...en trouwens…ooit weer gehoord van dit lied?

De Plattelandsvrouwen in dit dorp regeerden hier vroeger met z’n vijftigen, er zijn er nu nog een twintigtal en de krimp zet zich voort. De voorstelling werd daardoor bezocht door de afd. Scheemde, t Woar, Wolndörp en t’Hammerk (Nieuwolda) en dan praat je over een zestig dames ook hier heeft de teloorgang van het verenigingsleven zijn intrede gedaan na de dorpskapel en het zangkoor…maar niet getreurd…

Iedereen heeft nu zijn eigen ‘social live’ thuis voor de computer. Ik vraag me af waarom ik soms nog inlog op facebook want zelfs, waarvan ik denk, intellectuelen publiceren over de onzinnigste dingen.Bij het lezen van deze onzin moet ik altijd denken aan de woorden van de heer v Rossum…”Wat je ook verkondigt er zijn altijd malloten die het geloven.”

Nog niet zo lang geleden sliepen de kinderen hier in Oost Groningen met vier man in één bedstee naast het varken. Een ieder leefde er naar toe om één keer per week naar de vereniging te gaan, om elkaar te ontmoeten, elkaar aan te komen, oogcontact te hebben, elkaar een knikje te geven en vervolgens gezamenlijk iets op poten te zetten waar het hele dorp tijdens de dorpsfeesten van kon genieten. Het zogenaamde ‘wij en onze’ gevoel op dorpsniveau is hier in het noorden zeker verleden tijd. De dorpen zijn er alleen om te wonen en alles speelt zich af in de grotere plaatsen. Vervoer geen probleem…alleen kon alles milieuvriendelijker en goedkoper als je dichter bij huis bleef, maar wie gaat er nou naar onze dorpsvoetbalclub “Woest en onverschillig”…nee…FC Groningen is nu onze club.

Oh ja…bijna vergeten…Hoe was de voorstelling gisteren in het dorpshuis ‘Nij Scheemte,t Woar’? Nou…harstikke goed…er werd weer ‘oetdrufteg’ gelachen alles liep zoals het moest lopen en in elk ½ uur optreden zat een climax zoals gepland maar Ik blijf natuurlijk bezig om alles nog ‘n aitske’ te verbeteren.
Het werk ligt trouwens stil maar dat zei ik een maandje geleden ook en toch ging de telefoon weer. Mien ootje zei: ”Top niet het loopt altijd anders” en daar hou ik me aan. Ik schreef in een vorige blog over de nadelen van een optreden…en ja hoor…daar reed ik gisteren in de ‘dook’ naar ‘Nij Scheemte-t Waor.’
’t Was guster dokeg…t was potdicht.’

Groetjes
Tammo

zondag 6 november 2011

Logboek Deel 55




De Dellen --Nw.Scheemda (Gron.)


Maal Tais,

Mien ootje zee altied: “Je kijkt in je leven door verschillende brillen” …Ik kan je vertellen dat ik al wat brillen versleten heb. Ik zit nu nog steeds met mijn ene bril in de periode ‘Project Olwiefkenijs’ een voorstelling over mijn familie, (regio) geschiedenis en taal… maar dan op een cabareteske manier.

Over brillen gesproken, ik zag laatst in een bejaardentehuis een mevrouw met een bril waar twee kijkertjes op gemonteerd waren en dat werkte enorm op de lachspieren. Ik heb nu zelf zoiets gemaakt en het ziet er fantastisch uit, je ziet dingen als door een verrekijker…en natuurlijk goed te gebruiken voor mijn voorstelling, als ik het typetje ‘Maal Tais’ speel.

Maal Tais was loopjongen in het kloostervoorwerk in Finsterwolde. Het was een soort dependance van het nonnenklooster ‘Palmar.’ Dit nonnenklooster in de buurt van Termunten (prov. Groningen) werd gesticht ombie 1200 en werd door wateroverlast gesloten ombie 1500 en ligt nu verdronken in de Dollard. Bij een telling in 1288 woonden hier 191 nonnen.

Maal Tais mocht niet in de kapel komen, omreden het alleen bedoeld was voor nonnen die daar moesten ‘prakkezaaiern.’ Na veel ‘jeuzeln’ mocht hij een keer mee maar moest geen drokte maken. Keerln… keerln…wat was dat daar laangkwieleg…moesstil stonden de nonnen daar te prakkezaaiern.

Nee…Maal Tais moest wat om handen hebben en toen schoot hem in t zin dat hij nog een knikker in de buuts had. Hij begon er mee te spelen en net of het zo wezen moest het ding viel op de grond en rolde onder t’klaid van zuster Jéremia die vlak voor Tais stond te prakkezaaiern. Nu had Tais ook wat te prakkezaaiern hoe hij zijn knikker weer kreeg en bedacht dat hij maar even onder de rokken moest kijken. Bunzelachteg keek Tais om zich heen en ging gloepstreeks op de knieën. Hij tilde het klaid een aitske omhoog en… zag niets… het was daar pikkeduuster.

De drang om zijn knikker weer te krijgen wer aal groder en der bleef niets anders over hij moest er met de kop onder…t was nait aans. Goed en wel zat hij met zijn hoofd onder de rokken…zee zuster Josua, die achter hem stond te prakkezaaiern… ‘amen’… dee haar ogen open en van schrik viel haar mond oet hoaken en ze bölkte: “Stront aan de knikker.”
t Zal toch niet woar wezen’ dacht Tais ‘k haar hom net nog poetst.’ ‘Knikker hom tot t klooster oet’ riepen de nonnen in koor, maar maal Tais liet vol trots zijn knikker zien en riep: ’Niks aan de knikker wichter…kiek…hai nog zo mooi.’

Ootje = grootmoeder
Laangkwieleg = Langweilig = vervelend.
Bölken = roepen.
Aitske = n beetje
Buuts = broekzak

De voorstelling gaat 23 november ‘op t Woar’ een gehucht nabij Nw.Scheemda…Ja… de ene dag heb je niets en de andere dag schijnt de zon weer….Mien ootje zee altied: ´Top niet het loopt altijd anders.´

Groetjes
John Hoekman