Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' mitsgaders de rare ideën van een gepensioneerde dorpsdirigent. Einde van de biografie van Tjoam de muzikant.
Olwiefkenijs
Het is vandaag 23 november 2014 een roerige tijd, maar wel leuk. De voorstelling wordt steeds bekender, daardoor steeds meer aanvragen. De klarinet-muziek, gemaakt voor de Piteba oil expellers wordt nu wereldwijd gedownload. Het levert niets op maar is wel leuk. De lesboekjes voor keyboard of saxofoon wordt nu als E-book verkocht alsook het boekje, wat ik eens schreef, over paardenvoer. In januari nog een optreden als gastdocent op een agrarische school dat is ook wel weer leuk...over paarden wordt je nooit uitgepraat...een leuke hobby.
Interview Vara tv
Op aandrang zijn de heren van de Vara toch gekomen voor een interview. Ik had er eigenlijk niet zo’n zin in, het geeft alleen maar gedoe. Het thema was het verstrekken van onzinnige subsidies die als pepernoten worden uitgestrooid naar de altijd onzichtbare hoog opgeleide mensen die er op loeren
‚als n hond op n zaike kou.' Deze mensen verdelen vervolgens de buit aan ‚onwetende’ knechtjes die ze een opdracht toewijzen alsmede vervolgens dan zelf ook een ‚beetje’ opstrijken...declareren noemen ze het. Op deze manier gaat het al jaren zo en blijft de amateur-muziek-cultuur van de regio Oost Groningen op een laag pitje...’so what.’
De blaaskapellen zijn grotendeels verdwenen en de dorpskoren al helemaal. Trouwens niet alleen de muziekverenigingen maar ook andere verenigingen slinken in en over 10 jaar hebben we vanzelf een andere cultuur vanuit het niets. We kunnen dan met trots zeggen we hebben niets opgebouwd, we hebben geleefd, we hebben de jeugd gevoed maar niet opgevoed. Geen eigen Groninger muziekstijl zoals Tiroler of Schotse muziek, nou leuk dan...’so what.’ Oh...zeggen de mensen die na ons komen...dat was toch die provincie waar eens gas in de grond zat. De enige identiteit die de oudjes nog hebben is het Gronings volkslied maar buiten de provincie zingen we liever de klok van Arnemuiden.
De heren kwamen vorige week naar het hoge noorden. Na een bakje koffie genuttigd te hebben werd besloten voor mijn huis een interview af te nemen met als achtergrond het wijde Groninger landschap. Een papiertje werd mij in de handen gedrukt met de tekst van het nieuwe Oldambster volkslied, of ik het even wilde voorlezen alsook mijn commentaar geven, nou... ik ben niet de persoon die iemands werk snel afkraakt, maar in dit geval leek het me wel nuttig, daar het thema is ‚onzinnige subsidies.’ De grote vraag is wat bereik je er mee, meestal drinken de heren een glas, doen een plas en doen zoals het altijd was. Ik vind het allemaal best maar dat het subsidie-geld ‚onder de hoog opgeleiden blijft‚’ vind ik maar een beetje graaierig. Nou goed het zij zo en zo denken de meeste Oost Groningers er over.
Olwiefkenijs
Het optreden j.l woensdag was leuk in Vriescheloo. „De vrouwen van nu“ genoten zichtbaar, behalve de voorzitster. Als ik een wat sexitische grap maakte keek ze naar beneden... ja... ze zijn er nog in het Groninger land...deftige dames van de etikette...van... zo heurt het...waarden en normen. Ik kan daar ook van genieten.
Het optreden j.l. donderdag was niet zo leuk. Een oudere man werd voor het begin van de show onwel, niet meer aanspreekbaar, daar sta je dan. Iedereen in rep en roer, 112 gebeld, op de grond leggen, hartmassage, politie, ambulance...wat een toestand. De man heeft het niet gered, even later vernam ik dat de man 95 jaar was en dan denk je als het moet dan was dit nog niet de slechste manier. Ik vertelde het mijn buurman..ik zeg moet je voorstellen je gaat naar een feestje, ziet John Hoekman en dan sterven...een mooiere dood kun je bijna niet wensen waarop mijn Groninger buurman droog antwoordde...''Hai hèt zuch zeker doodschrokken toun è die zag.“
Mijn vriend Tjoam in het Grunnegs.
Tjoam is veureg joar oet tied kommen t kon nait langer...we waren in stad, ston hai veur n roltrap treden te tèllen. k Heb hom n spuitje geven en hai was ook vòt dood...zo dood as Pierke Pierlala.
k Bin ook nait op t utegste wèst (begrafenis geweest) hai komt ook ja nait op mienent. Tjoam ligt in Besweer op schaa kaante bie de loezebossen (aan de schaduw kant lagen vroeger de armen) k Gon der wel ains hìn en din komt joe alles weer bovendrieven...zat gain kwoad in.
Ik kon Tjoam al toun haar hai nog bottertanden. Zien mouder was14 joar toun ze van hom luip...zat al vroug op t raand van t nust en mit vattien kin je zo’n kind ja nog nait bruken en toun mos hai t klooster in doar konden ze hom wel gebruken. t Was n haile zwoare bevalen Tjoam wol der nait oet. Ze hebben heur n snee in t lief moakt en hebben hom der zo oet toakeld.
Tjoam was n flotske roar,
huil nait van duur gedou.
Was tevree in zien hoeske
mit n sége en n òl kou.
Lak aan kak mit n Cadilac
mit heur aigenwieze kop.
Lak aan kak mit n Cadilac
ze vreten het geld mor op.
Tjoam haar gain tapblad
en ook gain fasebouk.
Hai zee: „De mìnsen binnen zo glad
k zol nait waiten hou t mout.“
Tjoam stookte op holt,
mìnsen zeden hèst gain gas?
Tjoam dronk n glas dee n plas
en dee zo ast altied was.
t Meroal van t verhoal
wèl is roar en wèl is klouk.
Mìnsen mit heur kak en de Cadilac
of Tjoam bie kachel mit n bouk.
Groutnis
Tammo