woensdag 30 maart 2011
Logboek 43
Ik heb vorige week weer eens een Shanty-koor-repetitie bezocht. Het koor had wat problemen gehad met de dirigent en ook onderling hadden er wat veranderingen plaats gevonden. Het koor telde deze avond twintig zangers en de begeleiding bestond uit een drummer en een gitarist.
Mijn bevindingen...
De leden waren enorm enthousiast en de bewegingen ontbraken niet tijdens het zingen. Je krijgt dan een soort ongeorganiseerde aerobic-club die ook nog zingt. Als ik naar een koor luister dan vergelijk ik de groep altijd met de buurt waar ik woon, ik zal dit nader verklaren.
Ik stel me altijd denkbeeldig voor …als mijn buurt bij elkaar zou komen en gezamenlijk een lied zou zingen... zou dat dan beter of slechter zijn als het koor waar ik op het moment naar luister. Als zo’n koor dan in de buurt komt van mijn buurt dan is het geen koor, maar een gezellig samenzijn en ik zou dan zeggen…zo doorgaan…en een dirigent voor zo’n koor geeft alleen maar problemen waar niemand op zit te wachten.
Verder waren er ook nog leuke ontwikkelingen. Afgelopen zondag bezocht ik een muziek-collega, wat bijna nooit gebeurd, maar bij uitzondering dacht ik aan het woord… netwerken en blik verruimen… De man, was de dirigent van het boven beschreven koor en heeft ook een muziek-studio en zijn vrouw paarden en voor mij zeker een bezoekje waard, plus dat ze in ‘Ainem’ wonen een uniek terp-dorpje in het noorden van het land. Ik kan alleen maar zeggen prachtig…prachtig…100 inwoners en een prachtige terp waar op een heilige plaats waar de leylijnen samenkomen de kerk staat en wat schetst mijn verbazing…een echte ‘Arb Snitger’(1648-1719)orgel.
http://de.wikipedia.org/wiki/Arp_Schnitger
Ik mocht er even op spelen deze zondag…man man..John Hoekman heeft op een Snitger orgel gespeeld…en dan sterven…daar kan geen orgel tegenop…Verder heb ik nog een gedichtje geschreven en daar komt ie…
Oh mien Raiderland,
elk het van die nommen.
Het gait boven t'verstand,
hou kon het zo kommen.
Joaren leden is t al gebeurd,
de vlouden gingen hier tekeer.
t’Is vergeten,nooit van heurd,
mor bie t’heuren dut het wel zeer.
Òl Joacob het t laand opsloken,
de natuur kìn zien wetten.
Mìns noch dair weer opdoken,
dat kin toch genaine zetten.
Het laand was van de nonnen,
alles weg en de gaist gebroken.
t’Raiderlaand was net aanmoakt,
ze haren der veul waark instoken.
Noa joaren waark in de sliek,
kwam t weer n aitske op stee.
mor toun kwamen de heren van t riek,
mit noam waren ze nait tevree.
Oh mien Raiderland,
doe bist verleden tied.
t'Is nou t Oldambt,
elk schoof die zo aanzied.
De visserlui noemen de Dollard …Òl Joacob…
De Duitsters noemen het …Blancke Hans…
Groetjes
John Hoekman
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten