maandag 17 maart 2014

Logboek deel 134


Een hard rubber Preufer clarinet


Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' en de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent.

Het is zondagmorgen 16-3-14 op de thermometer 7c winderig.


„Olwiefkenijs“


Afgelopen week een optreden gehad in het v Julsinghatehuis in Delfzijl. Veel bekende gezichten gezien, even een praatje gemaakt in de pauze...leuk... Ik trof ook nog een oude muzikant, poepmonter, vertelde me dat hij 91 jaar was. De mensen waren in een goed humeur, het was weer lachen.

Ik deed, volgens afspraak, twee hoofdstukken uit de voorstelling. Ik koos zonder al te veel na te denlken deel 1 en 3 , dat was achteraf gezien niet zo handig omdat in deel twee nou net de leukste Delfzielster grappen zaten. Ik kon mezelf achteraf wel voor mijn kop slaan, maar het publiek had er gelukkig geen weet van. Timing...Ik vertel verhaaltjes met veel grappen...er een slinger aangeven zegt men dan. ‚Hai gèft t er slinger aan...’ Ik leer steeds beter met de timing om te gaan, als je na de grap even de tijd neemt wordt er meer gelachen. Je gaat automatisch anders kijken naar de grote cabaretiers in ons land.

Ik ga a.s. vrijdagmorgen naar het verzorgingshuis ‚Damsterheerd’ en s’avonds naar het t’Zand in het dorpshuis aldaar. Deze maand is het extra druk omreden het de maand van de Grunneger toal is.

De video-beelden zijn veranderd en uitgebreid met film-materiaal ook nieuwe leuke cartoons doen de boel extra opvrolijken. De teksten worden zowiezo iedere week verandert, dat maakt de voorstelling voor mij steeds spannend. Er zijn ook weer teksten verwijderd zodat het bondiger en grappiger gaat worden. Mijn personage, de domme, moet eigenlijk als rode draad door de voorstelling lopen, dat mislukt nog wel eens door zijstraatjes in te slaan over de taal, er wordt aan gewerkt.

Het grote verhaal over mijn kameraad Tjoam (vervolg verhaal)

Ik schreef in mijn vorige blogs over de streken van Tjoam en mij. ‚Ik kin der boukstoaven over vertèllen.' Als je terugblikt, waren het de mooiste jaren van mijn leven. Je had geen zorgen, geen verplichtingen, je was de hele dag op straat met je kameraden. De enige keren dat we echt gingen stappen was naar de kermis. Je kreeg dan één gulden mee, daar moest je het mee doen, niemand klaagde.

De ommekeer begon toen Tjoam en ik bij de muziekvereniging kwamen, allebei kregen we een klarinet. We vonden het prachtig, het lukte we kregen er geluid uit, het werd met de dag leukerder. Onze leraar was ook een toffe vent, een soort tweede vader. Tjoam had geen echte vader, voor hem was het vooral iemand waar je alles aan kon vertellen en ook antwoord kreeg. Johan Schellhaas was zijn naam, voor de buitenwereld een aparte kerel waar eigenlijk iedereen ruzie mee had maar wij lagen op één lijn, een fantastische vent. Tjoam ging toen naar de HBS en ik naar de LTS, want ik moest een vak leren, hoorde eigenlijk ook niet thuis in dat miljeu. Tjoam en ik bleven wel kameraden, maar Tjoam had weinig tijd om buiten te spelen. De school was een plaag voor hem, iedere dag één of zelfs twee proefwerken. Tjoam was een te verwoed klarinetspeler, liet de studie er bij zitten, stilletjes op zijn kamer toeterde hij de etuden heel zachtjes voor zich heen, want beneden in de kamer moesten ze het niet merken.

Ik zag hem alleen nog op de muziek, zoals we de repetitie-avond noemden. Op de HBS ging het niet zo goed met Tjoam, hij moest dan maar naar een huiswerkinstituut. De vader van Ede Staal had een woning dicht bij de school, daar zaten de rakkers of kneusjes onder toezicht hun huiswerk te maken.
Ieder jongk bij ons in de straat ging zijn eigen weg in de grote wereld om volwassen te worden. Ik had het niet moeilijk want een LTS opleiding betekent alleen maar leve de lol op school. De leraar gooide wel eens met een hamer door de klas als je aan het ouwehoeren was. We deden zelfs aan vuurspuwen in het washok of als straf werd je met je oor in de bankschroef vast gezet. Niemand maakte er trammelant over, het was zo.

Tjoam werd daarentegen steeds meer in zich zelf gekeerd. De HBS lukte niet, iedere keer maar weer leren en leren het waren ook vakken waar hij totaal geen zin in had. ‚Op de muziek’ ging het fantastisch Tjoam was steengoed, mocht zelfs als solo klarinetist naast zijn leraar meedoen in het korps...De Kalief van Bagdad was ons eerste grote muziekstuk. Thuis bij hem waren ze er helemaal niet zo blij mee. Hij zou het wel van zijn vader hebben werd er geopperd, die was namelijk fantast. Wat moet er wel van terechtkomen...die Tjoam...Tjoam stond er met al zijn kunnen alleen voor, behalve zijn leraar die vond het helemaal te gek. Oma zei altijd artiesten allemaal flauwekul, omlopers laten ze maar aan t werk gaan.

Ik was een middelmatige muzikant, zag het allemaal gebeuren als boezemvriend van Tjoam. De leraar was van mening dat Tjoam een hele grote zou worden. Zijn leraar maakte een sollicitatiebrief voor Tjoam klaar om bij de Asserstaf te komen een militaire muziekkorps in Assen. Tjoam moest voorspelen en werd aangenomen. Hij zei tegen mij, wat kan mij die school nog schelen. Tjoam moest naar het grote stad DenHaag voor de medische keuring, de eerste teleurstelling werd een feit...hij werd afgekeurd.

Ik zei tegen Tjoam, ga van die school af man, hij zat toen eind tweede klas en kom bij ons op school, heb je veel meer vrije tijd. Tjoam had toen al les in Groningen op de muziekschool van de heer Meekers,  deed naast alle verplichtingen nog een schriftelijke dirigentencursus. Als ik er nu zo over schrijf dan bedenk ik dat we zo’n vijftien of zestien jaar waren. Tjoam werd een heel ander mens op de LTS...voldoende tijd om weer de oude te zijn...achter de meisjes aan, klarinetspelen en we zaten in een bandje. Dat was pas leuk...De eerste schnabbels kwam binnen, we gingen geld verdienen. We hadden meer zakgeld dan wie dan ook. We waren bezeten van ons orkestje, speelden helemaal in Drenthe...Gasselte met zijn glazen dansvloer en in Tolbert de Postwagen...super grote dancings in die tijd.
Volgende keer weer verder...

De klarinet

De verkoop trekt weer aan, je moet ook een beetje geduld hebben zei mijn buurman...zijn gezegde is: „de koper is al geboren.“ De beide Martin Frères klarinetten zijn verkocht, het model 1740 heb ik goede herinneringen aan overgehouden een prima klarinet. De Selmer Signet is ook een super instrument, zoals ik al eerder schreef zit er onderling nogal verschil in, de één van hetzelfde merk is niet de ander...De goedkope klarinetten gaan de deur uit, ik wil me nu concentreren op de middenklasse. Dat wil niet zeggen dat de goedkope klarinetten slecht zijn. De Getzen student, Hammerschmidt klingson blijven zowiezo in de verzameling. De Leblanc klarinetten (middenklasse) worden straks met de moni polsters uitgerust, t zal me benieuwen hoe dat klinkt. Het was zeer moeilijk ze te bemachtigen, ze komen uit Amerika. Ik heb nog klarinetten genoeg in voorraad dus de opruiming kan nog even aanhouden.Een aantal Duitse klarinetten staan trouwens nog op mijn verlanglijstje. Ik wil nog graag een Hans Kreul of een Alber klarinet proberen.

Groetjes
John Hoekman

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten