maandag 28 april 2014

Logboek 137

Regina Pallast München

Een tijdsbeeld van de voorstelling ‚olwiefkenijs' mitsgardes de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent.  Extra hoofdstuk over het leven van Tjoam de muzikant.

De voorstelling ‚olwiefkenijs.'

Ik was de afgelopen week met de voorstelling in Ten Boer en Oude Pekela. Het seizoen is nu over, mooi om de tijd te gebruiken voor het maken van een nieuw hoofdstuk. Het verhaal uitbreiden met de figuur Kneles die met zijn broer Tjoam, hun smokkelwaar door „De Laite" over de grens bracht. (De Laite= De Lehte bij het dorp Bellingwolde prov. Groningen Nederland)

Ik schreef in mijn vorige blog dat toeval niet bestaat, helemaal zeker ben ik toch niet, maar in Ten Boer kreeg ik de bevestiging dat toeval echt niet bestaat...Ik kwam, tijdens de voorstelling aan de praat met een man uit Vlagtwedde die verhalen kent over smokkelaars, ook smokkelaars uit „De Laite" nou...is dat even toevallig of moest het over mijn pad komen. Je zou haast denken dat Graauwkes en Boesjeudes ook echt bestaan. Hij weet ook alle smokkelpaadjes in De Laite waar het gebeurde, dus een visite zit in de lucht.

Oude Pekela

In Oude Pekela liep de zaal vol met Anbo-mensen. Het gebeurde in het nieuwe gebouw „De Binding." Ik ontmoette hier een oude werkgever, waar ik vroeger in zijn restaurant „ De Vrijheid" in Winschoten altijd het huisorkest mocht zijn. De voorstelling liep extra lekker, een leuke afsluiting. Ik kreeg een uitnodiging om met de Anbo deze zomer een trip te maken naar Zuid Duitsland om de mensen daar te vermaken met "olwiefkenijs." Ik twijfel nog of ik de trip wel ga doen, een Grunneger is stief ja...

De Pers

De pers was aanwezig, stukje in het regio blaadje, op internet...nou mooi toch voor deze oude knakker. De journalist zou me nog uitnodigen om voor de regio radio “ Westerwolde" iets te organiseren. Ik laat het op me afkomen.

Exra bijlage over mijn kameraad Tjoam de muzikant

Tjoam zat dus in de lift in zijn Duits orkest anno 1965, maar de lift zou niet omhoog komen. Ik schreef in mijn vorige blogs dat het woord...bijna...een grote rol speelt in Tjoam zijn leven. Tjoam trad met het orkest Chris Reinhard op in het dure Regina Pallast in München. Tjoam schreef me dat het een belevenis was om in dit orkest te spelen. De Londense trompetist kwam uit het orkest „Edmundo Ross" die Tjoam alleen kende van de beelden in de bioscoop. Ze speelden in de bar van het hotel met een zes mans formatie, in de pauze kwam er een pauze-orkest ook met zes personen.
In de grote zaal speelde de big band van Max Greger waar Tjoam zijn voorganger in speelde. Tjoam viel van de ene verbazing in de andere, wat een wereld en hoe moest hij het thuis in Grunnen vertellen, waar men nog sprak over „ Goa toch aan t waark man." Muzikant was voor Tjoam zijn Grunneger thuisfront echt geen werken...Ja... zijn verdwenen biologische vader was er ook zo één...zal hai wel van dij hebben, werd er dan gedacht en soms gezegd.

Tjoam zat op zekere dag in de lobby van het hotel in München met de orkestleider te praten over zijn toekomst. t Vrouwtje die Tjoam tijdens zijn strooptochten had ontmoet was zwanger. Tjoam dacht er sterk over om terug te gaan naar Grunnen, echter de bandleider dacht er anders over, bood notabene zijn mercedes aan om toch maar te blijven, maar waar moest zo'n kind dan te wereld komen?...Nee...zo schreef Tjoam je kan met een vrouw en een kind toch niet rondzwerven van de ene plaats naar de andere. Ik schreef nog, misschien is een woonwagen met een paard ervoor een idee maar de Grunneger mentaliteit was toch sterker.
Tjoam schreef....Tammo jong ik kom der aan è...n hond, n vraauw, n ongeboren kind en schoonmoeke ook nog...tuf tuf tuf...noar Grunnen. „Noa dizze tied komt ter wel weer n aander tied"...opperde Tjoam luchtig.

En zo stond Tjoam weer in Grunn. Tjoam werd aangemerkt als voortvluchtige Nederlander, dat moest hij wel even terecht zetten, hup naar het gemeentehuis. Hij kon dan de volgende week al aantreden in de toen nog dienstplichtige militaire dienst. Tjoam zou in de militaire kapel bij de Huzaren maar deze was net opgeheven dus dat was...bijna...het werd de plaats Venlo, Tjoam werd chauffeur. Zo stond Tjoam de ene dag nog in een first class hotel in München saxofoon te spelen en zo stond hij met zo'n paar honderd soldaten aangetreden op het appèl in Venlo, waar hij notabene om zijn lang haar werd uitgekafferd door een korporaal.

Tjoam ging niet bij de pakken neerzitten, organiseerde een orkestje, speelde in de weekends en s maandags weer naar Assen waar hij na Venlo gestationeerd werd. Tjoam vond het een verloren tijd, je voerde na de opleiding geen flikker meer uit en bovendien je was uit de running om ooit weer zover te komen in de buitelandse orkesten. Uit mijn schrijven blijkt wel dat het met keuzes maken niks van doen had. Je hebt de leeftijd om de voortplanting der mensheid te onderhouden en de militaire dienst was een plicht. Tot de leeftijd van 23 jaar, zou oud was Tjoam inmiddels geworden, wordt je leven al voor een groot deel bepaald door dominante regels en evenzo dominante mensen, als je tenminste normaal wilt functioneren in deze maatschappij.

Het kind werd geboren, huisje boompje beestje was ook geboren. Ik zie Tjoam nog lopen achter de kinderwagen, eens de grote saxofonist in het Duitse Rijk, zo voelde dat tenminste, nu vader en weer onder de vleugels van de familie. De controle was er weer, het vrije vogeltje gevoel zat weer in een kooitje. (wordt vervolgd)

Groetjes
John Hoekman




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten