zondag 27 juli 2014

Gedicht op zundagmörgen




De widde wieven.

Tjoam dreumde over dansende wieven,
kreeg n gevuil as n kat de rogge wrieven.
Steert aal hoger, wat gebeurde der nou,
in deurzichtige klaiden om hom tou.

Tjeum dreumde toun dat hai vloog,
in de hemel mit de wieven hail hoog.
Aine van de wieven zat achterop steel
Tjoam op bezem haar alles in t gereel.

Opains ropt t wief, wat n wind, het tocht
Tjoam schrok, vloog hoast oet de bocht.
Hai ruip jas aan, doar scheet t weer hìn
de opwinnen groot Tjoam de kop glìn.

Opains glee t wief van steel, lag op grond
de bainen omhoog en de boxem vol...poep
Tjoam muik een landing, vlak veur n widde wief
mit baide bainen op grond en steert slap aan t lief.


© Tammo Pottekieker 2014
Wolndörp










donderdag 10 juli 2014

Logboek deel 141


Borkum

Een tijdsbeeld van de voorstelling ‚olwiefkenijs' mitsgardes de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent. Extra een hoofdstuk over het muzikantenleven van mijn kameraad Tjoam vanaf 1960.

De voorstelling ‚olwiefkenijs.'

Ik ben vorige week met ‚olwiefkenijs' naar Winschoot geweest. Het optreden was niet voor de Old Fellows zoals ik in mijn vorige blog schreef maar ODD FELLOWS.  De heren, ze noemen zich broeders, hebben een eigen clubgebouw in het centrum van Winschoten.

Bij aankomst werd ik vriendelijk begroet, tevens geleid naar de plaats waar het ‚olwiefkenijs' moest gebeuren. Tijdens het installeren van mijn apparatuur werd ik steeds onderbroken, nieuw in mijn carrière een ieder stelde zich persoonlijk aan mij voor. Eén broeder nodigde me uit plaats te nemen aan een lange tafel tussen de anderen. Er werd wat gekletst en op een gegeven moment vroeg mijn buurman of ik op de hoogte was van hun club..."De loge van Graaf Adolf."  Ik liep met hem mee naar een andere zaal...nou..."mond vuil mie oet hoaken." Het leek een beetje op de 2e kamer van onze regering in Den Haag maar dan in het klein.

Odd Fellows betekent zoiets als ‚de overige gezellen'...Het waren in vroegere tijden de gezellen, die niet bij een gilde waren aangesloten, laten we maar zeggen buiten de boot vielen en deze buitenbeentjes richtten een eigen club op. Omstreeks 1745 werd in Engeland geschreven over de Odd Fellows. Het is toch fantastisch om met een groep gelijk gestemde mensen de diepte in te gaan over wereldlijke en ethische zaken. Nou dat past toch precies, misschien word ik nog eens voorgedragen, de geruchten deden al de ronde.

De club heet een loge in dit geval de loge van Graaf Adolf. De broeder vertelde dat er tijdens een zitting niet gesproken wordt over geloof of politiek, toch staat in het midden van de zaal een soort katheder met daarop gelegen een bijbel en een kaars.
Aan de voorkant van de katheder prijken de woorden...vriendschap...liefde...
waarheid en hoop. Doelstelling is elkaar te helpen, een betere wereld te creëren Eén keer per week is er een bijeenkomst, dan wordt tijdens de zitting het ethisch denken bevorderd door middel van lezing. Ik las op internet dat de loges (wereldwijd) veel aan goede doelen doen, dus al met al een nobel streven.

Een heel verhaal, ik had er nog nooit van gehoord...wat kan een mens toch met oogkleppen door het leven gaan. Dank zij internet krijg je nu gemakkelijk informatie en duidelijkheid over dergelijke zaken.
De voorstelling liep uitstekend, de worst en andere zaken van de de barbecue werd genuttigd...al met al een gezellige leerzame avond vlak voor de vakantie van de broeders.

Het volgend optreden is in het verzorgingshuis ‚Vliethoven.' Dit jaar alweer voor de tweede keer. k Ben bezig met nieuwe hoofdstukken te schrijven over regio figuren uit het verleden die de moeite waard zijn om over te berichten, misschien zijn zij ook de Odd Fellows van het Groninger land.

Toevallig kreeg ik een boekje van de schrijver Willem Keuning, beter bekent als dichter Willem de Mérode of als de schrijver Jan Bos...Het spreekt me zeer aan, ongeveer dezelfde opzet als mijn olwiefkenijs. Een paar hoofdrolspelers die allerlei dingen beleven in het dorp. Veel oude Groninger woorden en spreuken passeren de revue...naar mijn bescheiden menig kon het ook wel een onsje minder...maar erg mooi en inspirerend.

Tjoam mijn vriend de muzikant over zijn belevenissen op Borkum

Ik schreef al over de belevenissen van mijn kameraad Tjoam, in zijn periode als entertainer op het eiland Borkum, ombie 1970-1975. Iedere week kwam hij met de boot naar Delfzijl om van zijn vrije dag te genieten. Ik kreeg dan de bizarste verhalen te horen wat er die week weer was gebeurd op het eiland.

De uitbater waar Tjoam voor werkte had volgens Tjoam een Inselkoller, dat is een aandoening in de hersenen die je krijgt als je lang op een eiland verblijft. De man was stapelgek, kon zeker de weelde niet verdragen want de zaken liepen goed...maar als je Inselkoller hebt is de vraag hoe lang het duurt.

Op een avond stond de baas zelf achter de bar plat Duuts te snacken...Tjoam noemde zijn baas ‚Drupke, waarom behoeft geen nadere verklaring. Er was veel geroezemoes, rook van dampende sigaretten, de muziek hard, de sfeer uitstekend. Tjoam kreeg van een rijke dame voor de zoveelste keer een flesje massagewater voor zijn wondervingers, zoals ze Tjoam zijn vingers noemde. Je gelooft het of niet, vertelde Tjoam, zo gaat dat op Borkum ‚high live' noemen ze dat daar.

De stemming werd die avond nog meer opgevoerd, Drupke kreeg na zijn zoveelste drankje Inselkoller. Hij verkondigde luid en duidelijk aan zijn bar publiek dat hij de baas was van het eiland, bovendien stond hij in nauw contact met Scotland Yard die hij dan ook direct belde ten aanschouw van zijn publiek. In steenkool Engels sprak hij een paar woorden met wie...dat weet tot nu toe niemand...legde dan vervolgens de hoorn neer en keek het bar publiek aan met een blik van...zo...zie je wel dat was ik. Hij werd bewondert door de toeristen als een onvervalste echte stoere Borkummer een echte Fries...De Inselkoller sloeg weer toe Drupke pakte zijn geweer...het publiek aandachtig, een slok een trek aan een sigaret, spanning.  Drupke richtte op een klein rond raampje... schoot...een knal...de kogel scheerde vlak boven een stel die voorheen nog rustig aan een tafeltje zat, de man was bijna gescalpeerd...raampje geraakt gerinkel... Een paar mensen zochten een veilig heenkomen en Tjoam dacht onder het spelen van het lied „mijn naam is haas"  oh jee als dat maar goed afloopt.

Het duurde een uurtje, Drupke was druk achter de bar...de enigste politieman op het eiland, bijgenaamd ,de òlle, kwam de bar binnen. Wat was er gebeurd?
De kogel was door het raam gegaan vervolgens door een schutting, vervolgens bij de buren door een raam tegen een hangende bloempot aan, die dan vervolgens op de grond viel vlak voor de voeten van een toerist die vervolgens flauw viel. Nadat de vrouw een poosje in dekking had gelegen belde zij de sheriff. Na een kort onderzoekje van de òlle moest de kogel achter de bar wegkomen van Drupke en ziedaar daarom stond de òlle nu hier...

Drupke keek verbaasd, had net nog met Scotland Yard gesproken en nu dit...wat is dan zo'n eiland sheriff vergeleken met Scotland Yard. Na een kort gesprekje ging Drupke mee naar het bureau...de andere helft van het publiek was inmiddels ook vertrokken. Tjoam speelde nog steeds het lied...'Mein naam is Haas.'  Na drie kwartier stond Drupke weer in de deuropening met een lach van oor tot oor...Vroeg waar is het publiek...waarop Tjoam antwoordde dat het aan de muziek lag maar Tjoam zei er direct bij dat hij grotere zalen had leeg gespeeld.

Hoe is het afgelopen..."Nou" zei Drupke, „ik heb de jongsk van Borkum even gebeld en we hebben de sheriff achter de tralies gezet, kachel ervoor geplaatst...nou die zit nog wel even." Zou Drupke dan toch de baas zijn van Borkum? Een dag later vroeg Drupke zich af waar het publiek toch bleef...het is toen een paar dagen niet druk geweest vertelde Tjoam. Hoe liep het af...nou er werd versterking gehaald uit Emden en Drupke moest nog een keer verantwoording afleggen. Verzachtende omstandigheden kreeg hij van de Òlle in verband met Drupke zijn Inselkoller. Het werd afgedaan met een verontschuldiging en een geldboete.

Groetjes
Tammo