maandag 18 november 2013

Logboek deel 121


Wagenborgen

Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' en de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent in een drieluik-blog.

Het is 17 november 2013 en druilerig weer in Woldendorp. 5c graden en dokeg.
(dokeg=mist)

Olwiefkenijs

Gisteren een optreden in Wagenborgen gehad voor de Anbo aldaar en het was weer lachen. Aantal bezoekers ongeveer 50 in de leeftijd 50/70 jaar. Olwiefkenijs gaat in drie hoofdstukken. Ik had het eerste deel iets veranderd en liep dan ook niet zo vlot, even een stukje tekst kwijt. De binnenkomer over hoe mijn familie de dagelijkse gebeurtenissen beleefde was goed. De levertraan kende men nog wel als de dag van gisteren.

Als ik de teksten fris in het geheugen heb dan vergeet je snel iets op het toneel, waar het publiek overigens niets van merkt maar het is dan zonde om een goede grap te missen. Het programma is precies zoals ik het langzamerhand wil hebben...door steeds maar weer te verbeteren. Er komen meer grappen bij en die kun je er lekker tussen plakken. Iemand kwam na afloop naar me toe en had de voorstelling al eerder gezien en vertelde dat het allemaal losser was geworden en dat was een opmerking die zeker waar is. Ja als je elke week op pad bent gaan de teksten automatisch.

Gisteren liep mijn klarinet niet zo goed. Onder het hoofdstuk klarinet zal ik hier iets meer over schrijven. Al met al was het weer een goede voorstelling...Ik hoop nog steeds dat het meer bekendheid krijgt want de cirkel moet groter anders moet ik weer wat nieuws bedenken.

Het verhaaltje in het Grunnegs

Deze keer geen Grunnegs verhaaltje maar enkele woorden of uitdrukkingen die ik in de voorstelling ’olwiefkenijs’ gebruik. Ik sta er iedere keer weer versteld van dat zo weinig Grunnegers deze uitdrukkingen niet meer kennen. De provincie Groningen is tweetalig men spreekt Gronings en Nederlands. Op school was het verplicht Nederlands te spreken wat uiteindelijk de ondergang van het dagelijks Gronings is geworden. Hier komt nog bij als je een beetje hoger in rang was dan sprak je Hollands...De arbeider zei dan „Ze proaten hoog Hoarlemmerdieks.’ het waren vooral de ‚Kakkers.' Deze onderwerpen komen ter sprake in mijn boekjes. Er zijn vijf delen in het Hollands geschreven, want een Groninger heeft nooit geleerd Gronings te lezen of te schrijven. Ik krijg wel de indruk dat men de laatste tijd weer meer Grunnegs gaat praten en dan is het jammer dat men de oude woorden en uitdrukkingen mist.

Ik was laatst een pony aan het bekappen ( ik ben ook nog hobby-pony-hoefsmid) en zei tegen de man, trouwens een echte Grunneger „ Kiek doar wil ik liggen as k dood goa“ en ik wees naar een idyllisch plekje op het kerkhof naast zijn huis. „ Oh toch nait aan schaar kaante.“ zei de man. In het Hollands betekent het „toch niet aan de schaduwzijde" Ik begreep het niet en vroeg wat is het verschil dan? Hij vertelde dat de mensen die aan de schaduwzijde liggen de armen waren en mensen met geld kwamen aan de zon-zijde te liggen.

Pogger betekent kikker. Poggediksteerten of dikkedik-koppen zeiden ze vroeger tegen de kleine kikkertjes. De kinderen sprongen als poggers in het diep. Ik was gisteren in Vledderveen en vertelde zo over mijn bevindingen en liet het woord pogger vallen. De man kon me vertellen dat het een stroompje was in zijn buurt. Het werd Poggedaip genoemd waar natuurlijk veel kikkers zaten, later werd dit Pagediep en zo heet een inkoopcentrum, zwemhal in Stadskanaal Pagecentrum en niet zoals de meesten zeggen Paasje-centrum.

Attjenat betekent snert, het komt van het woord attjes (erwten).
Körtbainen zijn mensen met korte benen en hiermee wordt kinderen bedoeld.
Ol Kwak zei men vroeger tegen de dorpsdokter en het woord komt van kwakzalven.
Hij is een oetoarder...Hij ‚oart’ niet naar zien voar (vader) en niet naar zijn mouder hij ‚oart’ nergens naar. Een ‚oetoarder’ is een buitenbeentje in de familie...Een goed voorbeeld is... natuuúrlek...ondergetekende.

Ik schreef al eens een keer over Jaarfke de grote profeet uit het Oldambt. Jaarfke kent, tijdens de voorstelling, niemand meer anno 2013 en Stientje van Kraaierspoul ook niet. Er is een boekje gevonden in de Duitse stad Keulen waarin 12 profeten worden genoemd en Jaarfke was de tweede profeet.

Jaarfke uit het Oldambt.

Jaarfke voorspelde bijna alle gebeurtenissen in het Oldambt (prov. Groningen, Nederland) van kerktorens die omvielen tot aan dorpen die afbranden, de 80 jarige oorlog enz. enz. Het is onbekend wanneer Jaarfke leefde en of hij wel ooit heeft geleefd. Misschien zijn het verhalen die toegeschreven zijn aan ene persoon Jaarfke. Het verhaal moest een naam hebben en vader die het vertelde, in een tijd dat er geen krant of radio was, kon immers niet vertellen dat hij het zelf had voorspeld.
Men sprak ook wel over een zekere Jaarfke Wiepkes uit Noordbroek over een arme visserman. Ik bedenk dan dat het woord wiepkes betekent grapjes en concludeer dan dat het een verzonnen personage is...maar wie weet...Het zijn de duistere kanten van het Grunneger land en zo zijn er nog meerdere verhalen die ik van overlevering nog in mijn hoofd heb. Ja mensen... een lopende hond vangt altijd wat in de mond.

De klarinet

Ik zit in een dip...het blazen loopt voor geen meter. De klarinet is goed maar het mondstuk en riet is pet. Ik blaas anders zo gemakkelijk op de gangbare mond-stukken en deze keer vond ik nog een VanDoren B45 en dacht zonder te proberen dat lukt altijd, dus niet!
Het eerste geluid dat ik produceerde was een piepertje...dat was jaren geleden dacht ik...nu is dat wel te beheersen door allerlei embouchure truken maar het blaast niet lekker. Waarschijnlijk zit dit in de baan van het mondstuk...de beide zijkanten waar het riet overheen loopt zijn dan niet gelijk. Waarschijnlijk is hier aan geknoeid. De mevrouw waarvan ik de klarinet heb, heeft de klarinet denk ik verkocht omdat de klarinet niet goed blies terwijl het aan het mondstuk ligt. De klarinetten die ik aflever zijn gegarandeerd goed dicht en blazen goed en als dat niet zo is dan ligt het aan de combinatie...speler...mondstuk...Ik moet in mijn geval even rustig een paar mondstukken uitproberen want het was mijn enigste B45 nog. Ik neem dan mijn Gigliotti, Goldtone 2 of een Buffet mondstuk, maar het wordt tijd weer een eigen mondstuk te blijven gebruiken en niet heen en weer te switchen. Mochten er mensen zijn met een klarinet die niet lekker blaast ruil dan het mondstuk dan is het probleem zo verholpen.

Groetjes
John Hoekman















zondag 10 november 2013

Logboek deel 120



Wagenborgen

Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' en de rare ideeën van een gepensioneerde dorps-dirigent in een drieluik-blog.

Het is 10 nov. 2013 nu even geen regen en het is 5 gr.C.

Olwiefkenijs

Ik ga a.s. vrijdag 15/11/13 met Olwiefkenijs naar Wagenborgen, voor de Anbo optreden. De voorstelling is ook toegankelijk voor niet leden, dus allemaal komen. Ik heb er weer zin in en na deze week is er een pauze tot half december. De voorstelling gaat goed en dat is wel eens minder geweest en zo zie je maar weer...nooit opgeven, het heeft zijn tijd nodig ...over opgeven gesproken...

Ik herinner me dat ik speelde met een fenomenale drummer, de man was toen,denk ik,om en bij de zestig jaar, een professional die altijd op de Holland Amerika lijn had gespeeld. Hij was een enorm goede zanger en zong het hele Italiaanse repertoire wat in die tijd (de jaren 1960) top was.
Ik was er tenminste van onder de indruk, komt er een rare snuiter aanslenteren, stond voor de büne en zei uit het losse handje, hij schudde het zo uit de mouw... „ Zo heb je dij opa der ook weer bie.“ Na afloop van het optreden hoorde ik een enorme klap op een trommel en de drummer zei: “Zo... dit was mijn laatste optreden.“ Het was wijlen Ben Vlek, zijn stemgeluid zit na een halve eeuw nog opgeslagen in mijn geheugen. Bij mij kunnen nog zoveel imbecielen komen ik denk niet dat ik me nu daar nog iets van aantrek.

Een verhoaltje in het Grunnegs.

Olwiefkenijs over mien kameroad Tjoam. Hai is net zo groot as ik as hai mie optild, n beer van n kerel. Tjoam is n oetoarder.Je oaren noar joen voar of je oaren noar joen mouder mor Tjoam oart nargens noar en dat is n oetoarder.

Noaber hèt stambouk van Tjoam ook noakeken en hai zee het binnen weer dijzulfde genen as ik heb kregen van mien femilie...dat spul hebben ze ook deurgeven aan Tjoam...Ik zeg „Kin je joe dat ook aanpoten?“...nee zee der „mor je kinnen der wel flaauw van wor n.“

Tjoam zien stamvoar was piroat omstreeks 1600 in Ulsde. Ik zeg: „As dat ter ain keer inzit gait ter nooit weer oet.“ Tjoam kin ook niks liggen loaten t is nèt n kraaie. Tjoam goat nou elke weke verkled as piroat noar n piroatenkoor, t zit ter in. Ik zeg: „Hou hait joen koppeltje Tjoam“..."De kraaien“...Ik zeg: „Treed je wel ains op dìn?’...Joa zegt Tjoam „we waren lèst nog veur televisie...opsporing verzocht“...Ik zeg: „ Oh das mie ontgoan...mooi man.“

t Binnen roegbainen bie Tjoam ze steken eerappels rauw in bek, mor zit gain spier kwoad in d haile jong...altied aanloop in zien toentje. Hai hèt n toentje op beun. Vraauw zee tegen mie „ Hou is t toch meugelek wie hebben lèste tied zo n hoge stroomreek n’...Ik zeg: „Och zal wel kommen van t aquarium.“


De klarinet

Ik had het er de vorige keer steeds over dat het Duitse systeem beter zou klinken dan het Böhm systeem.
Dit is gedeeltelijk waar want voor het populaire genre gebruik ik liever een Böhm systeem. Ik weet ook niet waarom maar het ligt lekker en is in de intonatie in combinatie met een grote tip opening mondstuk enorm lekker.

De meesten en zo ook ik moeten het doen met een Böhm of een Duits systeem omdat de Reform Böhm (een combinatie van de twee) veel te duur is. Ik pak bv voor de czardas van Monti (op een goede dag) liever een Duits systeem en voor 'Cry me a river' weer een Böhm systeem en op alle twee systemen te spelen, te wisselen, valt in de praktijk reuze mee.
Op een Duits systeem zou ik dan weer Mozart of Weber spelen, deze muziek is er gewoon voor geschreven. Ik noem steeds de Würlitzer maar er zijn in Duitsland zeker nu nog meer bouwers die ontzettend goede klarinetten bouwen. De prijs is wel aan de hoge kant en daarom koop dan liever een gebruikt top-instrument uit de oude doos. Op mijn verlanglijstje staan nog een Hans Kreul, Penzel-Mueller, Eugène Albert, Carl Krupse, Clemens Meinel, Nürnberger etc dus ik moet nog wel even blijven op deze wereld.

Ik moet wel bekennen dat ik geen ervaring heb met de moderne „Schille“  Böhm klarinetten en deze klarinetten lijken me de moeite waard om te proberen zo ook de duurdere exemplaren van boven de €5000,- van andere merken zullen zeker goed zijn alhoewel ik op de Opus 2 van Leblanc rond de €4000,- niet in de lucht sprong.

Groetjes
John Hoekman







 

woensdag 6 november 2013

Logboek deel 119


Een Fontain-Couesnon klarinet

Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' en de rare ideeén van een gepensioneerde dorps-dirigent in een drieluik-blog.

Het is 5/11/2013 en een regenachtige dag in Woldendorp.

Olwiefkenijs

Ik mocht maandag 4/11/13 een voorstelling geven in Veendam voor de biljartclub aldaar. Het feest was in ’De Dukdalf’ een gezellig buurthuis met diverse zalen en leuke gezellige hoekjes. Het publiek was super en het klikte van beide kanten, het was een top middag, daar kan ik weer een week op teren.
Ik heb de laatste tijd geleerd dat je vooraf goed moet informeren voor welk soort publiek je gaat optreden. De mensen moeten er even voor gaan zitten en dan gaat het perfect. De mensen moeten van Plat Gronings houden en een grof woord zit er af en toe tussen en dat moet kunnen, al met al even goed uitkijken voor wie, wat en waar.

Het verhaaltje in het Grunnegs

Vanoaf 1960 ging alles veraandern, je mouten ja mit de tied mitgoan. Je gingen vrouger mit t melkoakertje veur aan weg veur n kan melk, n proatje derbie. De klouken dochten der aans over en minister duimelot bedocht de zulfbedainens in de grode ploatsen. Hai zee ze kopen din aal meer as ze neudeg binnen goud veur de economie, mor we kopen zoveul dat we nou apmoal te dik binnen. Aalgedureg heur je veur
t nais...“De vliegtuigen blijven vandaag aan de grond.“

Törfschippers, scheepjoagers, koleboeren apmoal weg. We hebben nou gas en das toch veul gemakkelijker as s,oavends aal mit kolen sjaauw n. Ain noadail is dat we nou oardbevens hebben, vraauw is der zo benauwd veur dat t huft mor even te trillen kròpt ze bie mie op schoot. As t trillen doan is trilt zai nog aal deur. Ik zeg magst die wel n keer noakieken loaten op scheuren.

Bioscoop ging verdwienen we kregen de televisie. Dokter (ol Kwak) haar der twij noast mekoar din kon hai bie t voetballen t haile veld zain. De harmonikoa-speuler ging langzoamerhaand verdwienen we kregen de Diejé. Daansen mit n normoal verstand wil hail nait meer doar heb je nou excercitiepillen veur din goan je oet joen dak, je hebt gain dakpan meer op kop. Dij Miekel Jakson holt bie t dansen zien spultje vast mit haand, hou vèr bin je din hìn...dat kin toch èlk. Je gonnen der toch langzoamerhaand aan twiefeln of t aal wel beter worren is...

De klarinet

We hadden het in de vorig artikeltje over Frits Würlitzer die de reform-Böhm klarinet maakte omstreeks 1930/40. Het was een combinatie van een Schmidt-Kolbe en Oehler systeem. Een Duitse klarinet met de grepen van een Böhm systeem. Het voordeel was de goede Duitse tuning, intonatie, donker lyrisch geluid en het gemak van de Franse Böhm kleppen.

We hadden het de vorige keer over de heer Schmidt en we weten niet veel over de heer Kolbe. Hij leefde van 1863-1952 in Duitsland. Hij besloot zich te vestigen in 1893 in Altenburg en genoot een opleiding bij de heer A.H.Penzel (1843-1892). Deze naam Penzel kom je later tegen in Amerika. Penzel ging samenwerken met de heer Müller en ze emigreerden naar New York. Omstreeks 1900 zie je dit veel gebeuren de markt was in Amerika immers veel groter. Ik ben gelukkig nog in het bezit van een Penzel-Müller klarinet.

Kolbe ging samenwerken met Schmidt en ze ontworpen zowel Duitse als Böhm systeem klarinetten. Hier was al sprake van een Duits/Frans systeem. Kolbe was de bouwer en Schmidt de ontwerper. Schmidt zijn ontwerp werd gemaakt door Kolbe omstreeks 1900 in Altenberg (Duitsland) De reform klarinet kende dus al eerder zijn oorsprong voordat Frits Würlitzer er in 1930 mee kwam.

Er zijn geen Schmidt-Kolbe klarinetten meer voor zover bekend, wel is er een prijslijst van 1928 overgebleven. Later liet Schmidt zijn systeem maken door de heer Neidhardt in Schöneck (Saksen Duitsland). Hier zijn weinig exemplaren van gemaakt maar wel met een hoge kwaliteits score. Er zijn ook Reinhardt’s eigen systeem klarinetten. In deze tijd had je veel eigen ontwerpen van diverse bouwers daarna ging de heer Schmidt samenwerken met Frits Würlitzer en deze maakte zijn ontwerp. Je kunt dus beter spreken van een Schmidt klarinet die al vanaf omstreeks 1900 werden gemaakt. Würlitzer maakte naast de reform klarinetten ook de Oehler systeem klarinetten, die hier in Nederland, zoals ondergetekende, nog veel wordt gebruikt.

Het is wel duidelijk dat een Duits systeem toch beter klinkt, meer klarinet, dan een Böhm systeem alhoewel er nog steeds bouwers zijn die nieuwe dingen ontwikkelen in het Böhm systeem. De tonnetjes, de rieten, de mondstukken etc. en natuurlijk de boringen. Als je beide systemen bespeeld en een bepaalde tijd op een Böhm speelt zoals ondergetekende en je pakt dan weer de Würlitzer dan merk je het verschil terdege...Speel dan de Würlitzer of elk ander Duits systeem met een Duits mondstuk en zorg altijd dat de boring hetzelfde is als het tonnetje en deze weer dezelfde borig heeft als het bovenste gewricht.

Groetjes
John Hoekman