zondag 8 december 2013

Logboek deel 122



Een tijdsbeeld van de voorstelling 'olwiefkenijs' en de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent in een drieluik-blog.


De stormvloed

Het is 8 dec. 2013 en 6 graden. We hebben een flinke springvloed achter de rug en dan moet ik altijd denken aan de werklui die in 1877 zijn omgekomen in NieuwStatenzijl.
De dijk en de nieuwe sluis waren in 1877 net gereed, alles met de schop, toen s'avonds tegen 11 uur
de sluisdeuren het begaven. De sluismeester woonde pas 14 dagen in zijn nieuw huis en de uitvoerder had ooit eens een keer tegen hem verteld als de nood aan de man komt is het peilhuisje een veilige plek.
De man kreeg gelijk maar er konden maar vier mensen in dat huisje en ze zaten er al met zestien in. Die nacht zijn er 36 mensen omgekomen. Als de storm weer eens opkomt moet ik er altijd aan denken daar in NieuwStatenzijl al die mensen daar in de ‚sliek.’ Er kwam nog een baby aangespoeld in NieuweSchans in een houten ledikantje met een hond er boven op. Deze hond had het ledikantje in evenwicht gehouden zodat het net als een bootje bleef drijven.

Finsterwolde

Deze week is de heer Zomerman overleden 88 jaar. Het was één van de laatste  muzikanten van mijn trouw blaaskapelletje uit Finsterwolde. Ik was daar 25 jaar dirigent (tot 2001) en daarom ben ik, denk ik, ook zo verbonden met deze regio. De voorstelling ‚olwiefkenijs’ is eigenlijk een aubade aan deze regio. De tijd in Finsterwolde had ik nooit willen missen. Finsterwolde eens berucht om het communisme en de arbeiders -opstand van 1929.

Toen ik daar voor het eerst kwam zij de kastelein tegen mij...“In mien kroug wordt nait over politiek proat, as je doar mor even rekening mit hollen“...Ja... er is geen volk op aarde zo recht door zee als de Finnerwolmers. Nog een eigenschap is dat ze daar alles goedkoper kopen als in de rest van Nederland. Als je zegt:“Das gekoop doar“...dan krijg je te horen..“mor doar is t nog veul gekoper.“ (goudkoper of goedkoper) De oude garde was zo opgevoed, men verdiende echter bij de boer niet veel. Men had een grote tuin en alles werd bij elkaar geritseld. De stelmaker ook één van de muzikanten vertelde eens dat hij als jonge vent één keer per jaar naar de boer moest om af te rekenen. Hij kreeg dan een sigaar mee voor de boer en met de waarschuwing...“Hol vout bie stuk en geef nait tou“ dat wilde zeggen als je dan bij de boer zat in de voorkamer je niet moest toegeven als de boer begon te knibbelen...Het was een gevecht voor de jongen die dan ook weer met knikkende knieën huiswaarts trok om verslag te doen.

Olwiefkenijs

De telefoon rinkelt en het gaat goed met de voorstelling...volgende week naar Borgsweer (bij Termunten) een week later Delfzijl en dan in januari tot nu toe weer 4x op pad. Ik heb de laatste tijd gemerkt dat men mijn gedichten op prijs steld...na ieder gedicht krijg je applaus en dat had ik nooit gedacht, dus meer gedichten. Ook nieuw is dat ik klassieke stukjes klarinet-muziek ga spelen...allereerst in Borgsweer...live...een stukje uit de Czardas van Monti...met beelden over de gloriedagen van Delfzijl.

Het verhoaltje in t Grunnegs

Overal was vrouger tied veur, verhoaltjes vertellen, kinder altied boeten speulen. Mouder was din s’oavends aan t braaien, voar mit zien proemke en we gingen wekelijks in de tobbe. De eerste verbrandde zuch hoast en de lèste kwam der nog smereger oet as hai der inkommen was...We kregen een waarme kroek mit op bère en dat lepeltje levertroan waiten we nog as de dag van guster.
Nee...de wereld is oareg veraandert en t gaait ook zo haard. Aal auto’s en dat compjoetern wor je gek van en as je nait zo’n ding hebben heur je der ook nait meer bie. t Jongkgoud wordt ook aal brutoaler. Ik luip lèst op stroat komt ter zo n snötneus aan en zegt tegen mie „ zo...haalf zeuven“ Ik keek hom aan en toun stonnen der al tiene om mie tou. k Heb gelok had dat ter aine zee „ lot mor, t is n zachte ain mit n vlak verstand.“ Nou dat klopte ook wel den dat zit bie ons in femilie...n vlak verstand...Dat zit aan mouders kaant den voar zègt altied „dom wief.“

Ik wol doar wel ains wat meer over waiten woar ik nor oar...want ik bin in femilie n oetoarder. k Heb noaber even aanhollen den dij wait hail veul. Hai is...nou mout je even wachten è...Je mouten t woord hoast mit n knieptaange oet haals hoalen...Hai is Geneacoloog...of zukswat...mor wie zeggen thoes gewoon hom. Wie nuimen hom hom...nou mout je even wachten è...nait dat je mainen we nuimen hom...hom hom.t Is ain keer hom, zo van wie wonen tegenover hom...nee dat klopt ook nait den wie wonen schuun tegenover hom. Nou t is gewoon hom aans kommen we nait van hom oaf.

Wie hebben thoes kiek ter op mor doar lopt mie rommeltje vraauwlu...bie hom...ik zeg tegen Teutje...Teutje is mien vraauw...Hai het ter zeker suker omtou...Nou zegt teutje „t zal... bie hom...wel nait zo'n stofnust wezen as bie die...Teutje is zo vraid man. Teutje mout ook niks van hom hebben. Ik zeg tegen hom „wat dust toch aal mit dij vraauwlu.“ Hai zegt: „ onderzuiken“ Ik zeg tegen hom..."joa...boven zal wel niks te vinnen wezen." Teutje wer de kop glìne hait...n kop as n twijkwartjes boeskole...en nou snoetjen wie ook nait meer...Jongs in t dörp zeden doar kist nor fluiten...en nou heb ik mie n fluit kocht.

De klarinet

Ik moet wel weer aan het werk want de voorraad klarinetten die gerenoveerd zijn raakt langzamerhand op. Ik vond in mijn bescheiden werkplaatsje, achter mijn rug een oude Hammerschmidt klarinet een Duits systeem en dacht die maar eens op te knappen. Nou dat heb ik geweten...een super instrument! Ik denk uit de jaren 50 van de vorige eeuw met heel weinig kleppen maar een lekker ding... wat een lekker ding.

In 1873 begon Martin Hammerschmidt klarinetten te bouwen in het mooie Ergerland. Het bedrijf werd overgenomen door Karl Hammerschmidt en hij maakte veel klarinetten voor de kleine kurorkesten waarvan er in die tijd talrijke waren. In 1934 werd het bedrijf overgenomen door zijn zes zonen. In deze tijd speelde Otmar een belangrijke rol in het maken van zeer goede instrumenten die veel werden gebruikt in de grote symfonie-orkesten. De oorlogsjaren deden grote inbreuk op het maken van de instrumenten. De productie stond op een laag pitje. Het bedrijf zoals alle bedrijven werd een staatsbedrijf en in 1946 werd het bedrijf verhuisd naar Burgau in Bayern. De klingson klarinet werd een groot succes. In 1969 kwam de volgende generatie Hammerschmidt's  met o.a. Gerald Hammerschmidt en in 2003 kwam Klaus Hammerschmidt met geweldige instrumenten. Dus een Hammerschmidt is zeker de moeite waard. De prijs liegt er ook niet om kijk maar even op hun site. Ik blaas nu op een oude Klingson en als je via marktplaats een koopt vraag dan naar de lengte van het instrument vanaf het tonnetje (dus zonder mondstuk opmeten) moet het ongeveer 59,6 cm zijn en geen 58,4 want anders heb je een hoge stemmings-instrument en kun je niet samen spelen met andere instrumenten. Ik zal proberen een filmpje te delen op deze blog van Serkan Cargri spelende op een Hammerschmidt. Ik krijg toch ook zin in een ander geluid als ik dit zo hoor.

Groetjes
John Hoekman


















Geen opmerkingen:

Een reactie posten