woensdag 25 juni 2014

Logboek deel 140

Borkum

Een tijdsbeeld van de voorstelling ‚olwiefkenijs' mitsgardes (mooi woord) de rare ideeën van een gepensioneerde dorpsdirigent. Extra... een hoofdstuk over het muzikantenleven van mijn kameraad Tjoam.

Olwiefkenijs

Ik was deze week met de voorstelling ‚olwiefkenijs' in Veendam. Het was fijn publiek, ze vroegen, na afloop of ik nog even door kon gaan. Bij de uitgang werd ik nog wel kniezend op de vingers getikt ..." t was op t raandje hè...t kon nèt hè.." Eén mevrouw bedankte me voor mijn klarinettenspel, ze moest tijdens mijn spelen aan haar overleden man denken die vaak haar de oren van de kop afblies. Nou...dat doet een mens goed, daar kun je mee thuiskomen. Mijn nieuwe spreuk van de week wordt dan:

Belangriek in t leven is scheppen, nait hebben denn scheppen is hebben. 

Deze week 26/6/14 naar Winschoot. Het is afwachten hoe ‚olwiefkenijs' daar wordt ontvangen. Het is voor de loge van The Old Fellows in de orde van Graaf Adolf of zoiets...Ik als Tammo lid van het Nieuwsblad vh Noorden...moet de boel opvrolijken.
Als het maar niet van die gestudeerde zelfingenomen fatsoensrakkers zijn die mij niet zien staan. Ik gebruik woorden in het Grunnegs zoals ‚vreten' en ‚bèk' dat is niet zo fatsoenlijk bij mensen die het (mooi woord)‚eufemisme' bezigen.
'Vret' betekent namelijk ‚lekker hapje'  dat weten ze dan weer niet. ‚Vreten' werd mee bedoeld de warme maaltijd, al het andere was ‚brood eten.'

Het arbeidersvolk zei niet ‚mond vaalt mie oet hoaken' het was ‚bèk vaalt mie oet hoaken.'  Een windje laten wordt: ‚k Heb aine rieten lotten.' Juist deze taal is toch prachtig, maar jammer genoeg niet fatsoenlijk, daardoor steeds meer in onbruik. De Grunnegers waar ik voor optreed kennen mijn Grunnegs ook maar half ‚verstoan,' weten vele woorden niet maar er zit iets eigens in en dat spreekt aan. Je merkt dat deze taal je onder de voeten wegglijdt. Ik heb er natuurlijk schik in om zoveel mogelijk oude uitdrukkingen en woorden te gebruiken, allemaal geleerd van mijn ootje...mooi man! Mijn nieuw hoofdstuk over de smokkelaars van de 'Laite' viel in goede aarde, dus de voorstelling in dit nieuw jasje is nu op zijn best. Korte muziekjes...kan niet kort genoeg zijn en bondige humoristische verhaaltjes. De gedichten, al zijn het er maar twee, doen het hartstikke goed. ‚Je mouten hier mit deurgoan è ' zei een mevrouw, ik beloofde haar dat te doen zolang de gezondheid het toelaat.

Mijn kameraad Tjoam de muzikant op het eiland Borkum...
anno ombie 1975.

Tjoam kwam iedere maandag met de veerboot ‚De Rottum' vanaf het eiland Borkum naar Delfzijl. Ook iedere week kwam hij met verhalen over wat er zich had afgespeeld op het eiland. De zaak, waar Tjoam speelde heette ‚Kaap Horn' aan het einde van de boulevard gelegen aan het strand van Borkum. De bar was iedere avond bomvol, de stemming overweldigend. Het waren mensen uit de Kholenpot die voor een kuur op Borkum, frische Seeluft...de longen weer schoon moesten krijgen. Als ze meezongen hoorde je alleen maar gerochel, niet het publiek om een zangkoor mee te beginnen. Tjoam had ook een show ingelast, waar hij op twee saxofoons gelijktijdig blies, daarna in een Tiroler broekje de polonaise vertolkte. Een Philips lampje moest de zaak wat professioneler maken, het knipperde in die tijd nog niet.

Na een paar dagen werken zei de baas op zijn plat Duuts..."Heute oavend gain meziek"...Tjoam dacht wat gebeurd hier, muziek niet goed?  Alles oké maar de baas had andere plannen „heute oavond is high live...kom mit Tjoam." Tjoam kwam op een schamel toch nog behoorlijke grote boot terecht, bepaald geen luxe jacht. Voor op de boeg een kunstwerk ook niet het beste werk van de kunstenaar. Ze zeiden dat het een ‚Seute Deern' voorstelde...wat zo ongeveer betekent als een mooie vrouw, als je goed je fantasie gebruikte kon je er ook nog iets van maken.

Aan boord was beter houtsnijwerk mooie uitbundige vrouwen die waren gekomen voor een doe vakantie, zo ook de vrij gevochten jongs van Borkum...aal kloar. Iedereen kreeg alsook Tjoam voldoende Zauere Paul dat was een soort citroen jenever, lekker van smaak en Tjoam spijde der nait in. Je dronk het uit een theekopje als het leeg was moest je het kopje ook over boord gooien, waarom was Tjoam ook niet duidelijk, maar high live is high live. In ieder geval voldoende jolijt...de vrouwen werden ook steeds vrolijker.

Op een gegeven moment moest Tjoam plassen, normaal doet een zeeman dat over de reling maar in het bijzijn van de vrouwen was dat niet verstandig. De wc was gelukkig niet ver en in een heel klein hokje kon het gebeuren...t kon allemaal net. Het was even secuur richten met al dat geschommel van de boot tot opeens een luide knal de richting van de straal helemaal verstoorde.Tjoam dacht even aan piraterij...vloog met zijn hoofd tegen de wand, half bewusteloos van de knal of van de drank schudde hij een paar keer met de kop, kwam tot zijn positieven, vroeg zich af wat er gebeurd was, ging kijken, mensen lagen op het voordek...dames in paniek...Op de hele Noordzee stond één paal en wat was het geval?... De stuurman had het over het hoofd gezien, er tegenaan gevaren.
De ‚Seute Deern' lag in het water...Het herstelwerk werd verricht door de ‚Jongs van Borkum' te gevaarlijk voor de passagiers. Voor op dek was werk aan de winkel en achter op het dek speelde Tjoam op zijn schifferklavier "Schiff Ahoi de piraten kommen" om de gemoederen te kalmeren. Tjoam zei later ‚we haren de vouten der bie kold kregen'...aber the show must go on...high live Borkum.
De Seute Deern was verdronken, het feest kon weer doorgaan. In plaats te denken aan verzuipen ging het zeemansvolk weer zuipen en zo liep het allemaal met een sisser af. Dat was nog maar de eerste week op Borkum en wat zou er nog volgen...daar meer over de volgende week...

Groetjes
Tammo














Geen opmerkingen:

Een reactie posten