zondag 30 oktober 2011

Logboek deel 54




Onstwedde


Het Onstwedder Toornmantje.

Gozze von in Onstwedde n popke van pastelaain,
Hai nam het mit nor hoes en luit het Geeske zain.
Geeske aans zo’n kring von het een mooi ding
en het kreeg in t optrekje op bozzem een plekje.

Toun ging het mis, de dairen en mit heur zulf was t ook niks
woar kon dat aan liggen t ging ook nait goud mit de biggen.
s Nachts dat geblèr van kou, ol kwak mos der mor even over tou
Hai kon niks vinnen, wer kwoad en vruig pastoor om road.

Dij kwam ter plekke en zee het mout toch ook nait gekker.
Hai zag het mitain, t was het popke van pastelaain.
Toornmantjes waren votlopen en dit was der ain
en… as ze dwaas zitst moaken ze die klaain.


Een eerdmantje (een aarden mannetje) is een kabouter. In de Onstwedder toren zitten nu nog kabouters en ze worden ‘toornmantjes’ genoemd. Ze zorgen voor welvaart en geluk, gaan over de gewassen en de gezondheid van mens en dier. Maar…als je de toornmannetjes dwars zit dan gaan de gewassen verloren en met de gezondheid van mens en dier gaat het dan ook niet goed.
De Onstwedder toren is gebouwd door drie vrome zusters en wordt daarom een juffertoren (juvvertoren) genoemd. De toren kent geen dakpannen maar heeft een stenen helm zoals ze dat noemen. Er zijn drie juffertorens in de provincie waarvan er nog twee over zijn. In Holwierde bestaat deze toren sinds 1855 niet meer en in Schilwolde staat zo’n toren nog te pronken of hier ook toornmantjes in zitten is niet bekend.

Pastelaain = Porcelein.
Bozzem= schoorsteenmantel.
Ol kwak komt van kwakzalven en zo noemde men de dokter.

Groetjes
John Hoekman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten